SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DAFALGAN ODIS 500 mg, orodispergeerbare tablet KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke orodispergeerbare tablet bevat 500 mg paracetamol (als micro-geëncapsuleerd paracetamol met
Voor een volledige lijst van de hulpstoffen, zie 6.1.
FARMACEUTISCHE VORM Orodispergeerbare tablet. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Symptomatische behandeling van lichte tot matige pijn en/of koortstoestanden.
4.2 Dosering en wijze van toediening Wijze van toediening
De tablet op de tong laten smelten (zie 5.2 Farmacokinetische gegevens).
Dosering
Deze presentatie is BEPERKT TOT VOLWASSENEN.
De maximale dagdosis bedraagt 3.000 mg paracetamol per dag, d.i. zes tabletten van 500 mg per dag.
De gebruikelijke dosis is een tablet van 500 mg, indien nodig te herhalen na een tussentijd van ten
In geval van meer intense pijn of koorts, kan de maximale dagdosis worden verhoogd tot 4 g per dag,
namelijk 8 tabletten per dag. Tussen twee innames moet een tussentijd van 4 uur in acht
Bij volwassen patiënten die minder wegen dan 50 kg, in geval van lichte tot matige
hepatocellulaire insufficiëntie, chronisch alcoholisme of chronische ondervoeding (lage
leverglutaationreserves) en dehydratatie, mag de maximale dagdosis niet meer dan 3 g
Frequentie van toediening
Regelmatige toediening vermijdt fluctuaties in de pijnniveaus of de koorts. Bij volwassenen moet een
tussentijd van ten minste 4 uur tussen de toedieningen liggen.
Nierfalen
In geval van ernstig nierfalen (creatinineklaring onder 10 ml/min) moet de tussentijd tussen twee
Contra-indicaties
Ernstige hepatocellulaire insufficiëntie.
Fenylketonurie (verbonden met de aanwezigheid van aspartaam).
Fructose-intolerantie (door de aanwezigheid van sorbitol).
In het algemeen wordt dit geneesmiddel afgeraden in combinatie met natriumpolystryreensulfonaat
(door de aanwezigheid van sorbitol; zie 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Waarschuwingen
Zoals voor alle analgetica zal de behandeling zo kort mogelijk zijn en zal de duur ervan de
Om het risico van een overdosis te vermijden, controleert u of andere toegediende geneesmiddelen
geen paracetamol noch propacetamol bevatten.
Paracetamol moet voorzichtig worden gebruikt in geval van:
- ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min.) (zie 4.2 Dosering en wijze van
toediening en 5.2 Farmacokinetische gegevens),
- chronische ondervoeding (lage reserves van hepatisch gluthation)
In deze gevallen mag de totale dagelijkse dosis niet meer dan 3 g bedragen.
Dit geneesmiddel bevat 1,7 mmol (of 39 mg) natrium per dosis. Hiermee moet rekening worden
gehouden bij patiënten die een zoutvrij of zoutarm dieet volgen.
4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Interactie waarbij voorzorgen voor het gebruik nodig zijn + Orale anticoagulantia
Het gelijktijdige gebruik van paracetamol (4 g per dag gedurende ten minste 4 dagen) met orale
anticoagulantia kan leiden tot licht variërende INR-waarden. In dat geval moet een verhoogde
monitoring van de INR-waarden worden uitgevoerd tijdens de duur van de combinatie en na de
Interacties met laboratoriumonderzoeken:
De toediening van paracetamol kan interfereren met de bepaling van het urinezuurgehalte in het bloed
door de fosforwolframzuurmethode en de bepaling van de bloedglucose door de glucoseoxidase-
Af te raden combinatie in verband met de aanwezigheid van sorbitol:
Natriumpolystyreensulfonaat (oraal en rectaal gebruik): risico van darmnecrose, wat fataal kan zijn.
4.6 Zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap
Onderzoek op dieren heeft geen teratogeen of foetotoxisch effect van paracetamol aangetoond. In klinische onderzoeken lijken de resultaten van epidemiologische onderzoeken de misvorming of het
foetotoxische effect uit te sluiten, vooral voor paracetamol.
Bijgevolg mag paracetamol onder normale gebruiksomstandigheden worden voorgeschreven tijdens
de volledige zwangerschap. Borstvoeding
Bij therapeutische doses mag dit geneesmiddel worden toegediend tijdens de borstvoedingsperiode.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
4.8 Bijwerkingen
Enkele zeldzame gevallen van allergische accidenten: gewone huiduitslag met erytheem of
urticaria werden vastgesteld. In dit geval moet de behandeling worden stopgezet.
Heel zeldzame gevallen van trombocytopenie, leukocytopenie en neutropenie werden gemeld.
4.9 Overdosering Er bestaat een risico van leverschade (met inbegrip van fulminante hepatitis, leverfalen, cholestatische
hepatitis, cytolytische hepatitis) in het bijzonder bij bejaarde patiënten, bij jonge kinderen, bij
patiënten met leverziekte, in geval van chronisch alcoholisme, bij patiënten met chronische
ondervoeding en bij patiënten die enzyminducerende middelen krijgen. In dit geval kan overdosering
In geval van overdosering moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd, zelfs als er geen
Symptomen:
Misselijkheid, braken, anorexie, bleekheid, buikpijn, niet-specifieke symptomen van overdosering,
treden in het algemeen op binnen de eerste 24 uur. Klinische en biologische symptomen van
hepatoxiciteit kunnen later optreden (na 48 tot 72 uur).
Overdosering, zoals vanaf 10 g paracetamol in een enkele inname bij volwassenen en 150 mg/kg
lichaamsgewicht in een enkele inname bij kinderen, veroorzaakt hepatische cytolyse die waarschijnlijk
zal leiden tot volledige en onomkeerbare necrose, wat leidt tot hepatocellulaire insufficiëntie, metabole
acidose, encefalopathie wat kan leiden tot coma en overlijden. Pre-existent leverfalen en chronisch
alcoholverbruik kan de drempel van hepatoxiciteit verlagen (zie hoofstuk 4.4 Bijzondere
waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
Tegelijkertijd worden verhoogde gehalten van hepatische transaminasen, lactaatdehydrogenase en
bilirubine vastgesteld, samen met een afgenomen protrombineniveau dat 12 tot 48 na ingestie kan
Noodmaatregelen
zo snel mogelijk en vanaf het 4e uur na ingestie, moet zo snel mogelijk een buisje met bloed
worden afgenomen voor een initiële bepaling van de hoeveelheid paracetamol in het bloed. De
verkregen waarden moeten worden geanalyseerd met een geschikt nomogram:
snelle eliminatie van het opgenomen geneesmiddel door maagspoeling;
de gebruikelijke behandeling voor overdosering omvat het zo snel mogelijk toedienen van het
antidotum N-acetylcysteïne, intraveneus of oraal, indien mogelijk voor het 10e uur;
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen
ANALGETICUM - ANTIPYRETICUM (N: centraal zenuwstelsel)
5.2 Farmacokinetische eigenschappen Absorptie
De absorptie van paracetamol via orale weg is snel en volledig. In een farmacokinetisch onderzoek
werd de tabel op de tong gelegd zonder water in te nemen. De maximale vastgestelde concentratie
(5,81 mg/l) lag 32% onder die vastgesteld met een conventionele formulering die werd ingenomen met
water, en de tijd die vereist was om de maximumconcentratie te halen (1 uur 20 minuten) was 45
Distributie
Paracetamol wordt snel gedistribueerd in alle weefsels. De concentraties in het bloed, het speeksel en
het plasma zijn vergelijkbaar. De binding aan de plasmaproteïnen is zwak.
Metabolisme
Paracetamol wordt vooral gemetaboliseerd in de lever. De twee belangrijkste metabolische paden zijn
door conjugatie, om glucuronides en sulfaten te vormen. Dit laatste pad is snel verzadigbaar wanneer
doseringen boven het therapeutische bereik worden toegediend. Een klein metabolisch pad,
gekatalyseerd door cytochroom P 450, leidt tot de vorming van een tussenliggende stof (N-acetyl-
benzoquinonimine) die onder normale gebruiksomstandigheden snel wordt geneutraliseerd door
gereduceerd gluthation en geëlimineerd in de urine na koppeling aan cysteïne en mercaptopurine. Bij
sterke vergiftiging is de hoeveelheid van dit toxische metaboliet echter verhoogd.
Eliminatie
De eliminatie van paracetamol vindt voornamelijk plaats via metabolisering en de metabolieten
worden dan voornamelijk geëlimineerd door nierexcretie. 90% van een ingenomen dosis wordt binnen
24 uur geëlimineerd door de nieren, vooral in de vorm van glucuronideconjugaten (60 tot 80%) en
sulfaatconjugaten (20 tot 30%). Minder dan 5% wordt ongewijzigd uitgescheiden.
De eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 3 uur.
Pathofysiologische variaties
In geval van ernstig nierfalen (creatinineklaring onder 10 ml/min), is de eliminatie van
paracetamol en zijn metabolieten vertraagd.
Bejaarden: het conjugerend vermogen is niet gewijzigd.
5.3 Gegevens uit preklinisch veiligheidsonderzoek Niet van toepassing. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Watervrij citroenzuur, natriumwaterstofcarbonaat, sorbitol, watervrij natriumcarbonaat,
comprimeerbare sucrose, crospovidon, natriumbenzoaat, sinaasaroma, aspartaam, acesulfaamkalium.
Samenstelling van comprimeerbare sucrose: sucrose, maltodextrine, glucose.
Samenstelling van sinaasaroma (501189TP0551): essentieel sinaasappelolie, acetaldehyde,
ethylbutyraat, azijnzuur, tocoferol, maltodextrine.
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing.
6.3 Houdbaarheid
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Voor dit geneesmiddel zijn geen speciale bewaarinstructies.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Tablethouder (polypropyleen) afgesloten met een stop (PE) die een droogmiddel bevat (moleculaire
zeef): dozen van 8, 10, 16, 100 en 500 tabletten.
6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzondere vereisten. REGISTRATIEHOUDER Bristol-Myers Squibb Belgium SA HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE 210621 : 8, 10, 16, 100 et 500 comprimés (tube Polypropylène)
AFLEVERINGSWIJZE
10. DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van de eerste vergunning: 06.03.2000
Datum van hernieuwing van de vergunning: 07.03.2005
11. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 04/2009
J Mol Evol (2003) 57:702–709DOI: 10.1007/s00239-003-2521-7Evolutionary History and Mode of the amylase Multigene Family in DrosophilaZe Zhang,1,2 Nobuyuki Inomata,3 Tsuneyuki Yamazaki,4 Hirohisa Kishino11 Laboratory of Biometrics and Bioinformatics, Graduate School of Agriculture and Life Sciences, University of Tokyo,Yayoi 1-1-1, Bunkyo-ku, Tokyo 113-8657, Japan2 Institute for Bioinformati
Protokoll för SSVIRs årsmöte på Hotell Nordkalotten, Luleå, 2001-04-24. §1. Val av mötesordförande. Ordförande Jan H Göthlin valdes till mötesordförande. §2. Val av mötessekreterare och en justeringsperson. Mats Lindh valdes till mötessekreterare och Kamelia Kostova till justeringsman. §3. Godkännande av dagordning. Dagordningen godkändes av årsmötet §4. Verks